Serc

Historisch Bolsward

Het prille begin

Bolsward is ontstaan op drie terpen, waarvan de oudste dateert van voor het begin van de jaartelling. Dit is de terp waarop nu de Sint Maartenskerk staat. Bolsward werd omring door water en had via de Marneslenk en de Middelzee een open verbinding met zee.

 

Rond 800 v. Chr. Ontwikkelde het handelsdorp zich als Bodelswerd rond de Hoogstraat. Ronde tiende eeuw krijgt Bolsward als belangrijke marktplaats muntrecht, verleend door de Brunonen.

 

Tussen de twaalfde en de dertiende eeuw is Bolsward het geestelijk centrum van Westergo en in 1280 worden zowel de Broerekerk als het eerste Franciscaner klooster gebouwd. Uit dezelfde tijd stamt het Mariabeeld Onze-Lieve-Vrouwe van Sevenwouden, dat bewaard wordt in de Sint Fransiscuskerk aan de Dijlakker.

 

In 1331 wordt Bolsward in een brief een stad genoemd en Albrecht van Beieren verleend in 1399 het stadrecht, die om politieke redenen weer werd vernietigd. Pas in 1455 werden haar stadsrechten officieel vastgelegd, geholpen door pater Brugman, een beroemd redenaar.

 

In 1468 bestonden de vestingwerken uit houten poorten en een dubbele gracht met landweer.

Bolsward groeit lekker door

Weduwe Nanne Reins, Hid Hero, nam in 1553 het initiatief om weeskinderen een dak boven het hoofd te geven. Ze gebruikte een deel van haar vermogen om het Weeshuis te stichten en stelde geld beschikbaar voor het onderhoud van de wezen. Toen zij in 1561 haar einde voelde naderen, maakte ze een testament op waarin ze het grootste deel van haar vermogen naliet aan de weeskinderen van Bolsward. Er werd een bestuur in het leven geroepen en twee weesmeesters aangesteld.

 

Tussen 1614 en 1617 werd het stadhuis gebouwd, een symbool voor de bloei van de stad. Halverwege de zestiende eeuw waren de houten poorten vervangen voor stenen en was de stad versterkt met goede grachten, palen en bolwerken.

 

Eind achttiende eeuw liep het inwoneraantal van Bolsward terug als gevolg van buitenlandse concurrentie op de textielmarkt en de boter- en kaasmarkt had zwaar te leiden van de veepest. Wel werd in 1765 het bordes van het stadhuis vervangen door een grotere in de rococostijl.

 

In 1733 stelde stadhouder Willem V voor de vroedschap te halveren. In verband met onenigheid kwam er een nieuw voorstel in 1776, waarbij de raad met een derde zou worden verminderd. In 1778 stelde Willem V voor het onderwerp te laten rusten, omdat nog steeds een lid tegenstemde. Kort daarna schafte burgemeester Van Heemstra het vroedschap op autocratische wijze af.

 

Nadat Van Heemstra in 1782 buiten spel werd gezet, namen een aantal patriotten in Bolsward het heft in handen en herstelden de stadsregering van Bolsward, zich baseren op oude stadsrechten uit 1637. Drie jaar later werd een vrijwillige schutterij opgericht, maar het duurde tot 1786 voordat men provinciale toestemming kreeg om officieren te benoemen.

 

In 1787 traden nieuwe regeringsreglementen in werking en werd het exercitiegenootschappen in Friesland verboden om nieuwe wapens aan te schaffen en Holland te hulp te komen. Bolsward nam hiertegen een aantal defensieve maatregelen. De vrijwillige schutterij werd in paraatheid gebracht, de stadspoort werd gesloten en bruggen werden gebarricadeerd. De nieuw opgerichte vroedschap werd zwaar onder druk gezet en uiteindelijk erkende Bolsward als enige Friese stad de coupplegers van Franeker.

 

Oranjegezinde inwoners bleven thuis of trokken zich terug. Nadat duidelijk werd dat de bevolking te weinig hulp zou bieden, de financiële middelen beperkt waren, Frankrijk niet kwam helpen en het Pruisische leger naar het noorden oprukt, vluchtten veel van de patriotten naar Amsterdam. De achterblijvers werden kort daarna opgesloten in het Blokhuis in Leeuwarden, waar Cornelis van den Burg ter dood werd veroordeeld, maar op het schavot te horen kreeg dat hij voor twintig jaar verbannen werd uit Friesland.

 

Bij de komst van de Bataafse legioenen in 1795, werd burgemeester Van Heemstra afgezet. Tijdens het Franse bewind in 1811 werd de raad van Bolsward alsnog gehalveerd.

Van Napoleon tot rijksmonument

In de negentiende eeuw werden de stadspoort en het overgrote deel van de wal afgebroken, alleen het Hoog Bolwerk is hier nog van over.

 

Op 8 augustus 1882 werd de tramlijn Bolsward-Sneek geopend. Het totale traject liep van Harlingen tot Heerenveen.

 

In 1913 werd, ter herdenking van de onafhankelijkheid van Frankrijk - nadat Napoleon zich in 1813 terugtrok, begonnen met de aanleg van het Julianapark.

 

Het Weeshuis heeft tot 1954 dienst gedaan als opvangtehuis voor weeskinderen. Vanaf dat jaar tot 1990 was het een Kindertehuis voor de opvang van voogdijkinderen. De naam Hid Hero Hiem, bleef verbonden aan de stichteres.

 

In verband met het sterk teruglopende goederenvervoer werd besloten de tramverbinding af te breken. De laatste tram reed op 28 juni 1968.

 

De Broerekerk werd in 1980 door brand verwoest, maar de ruïne bleef staan. In 2002 kreeg het rijksmonument een glazen dak en sindsdien wordt het regelmatig gebruikt voor exposities, fairs en andere evenementen.

Gravure ui 1614 van het galgenveld bij het klooster van Bolsward

Plattegrond Bolsward uit 1664 van Bernardus Schotanus

Tram Bolsward-Sneek op de Jongemastraat

Julianapark Bolsward

Broerekerk anno nu